Dit dossier beschrijft de Nederlandse abdijbieren, hun context en hun herkomst en prikt enkele mythen door. Want hoe jong de
Nederlandse abdijbieren ook mogen zijn – die mythen zijn er al, net als onder
de Belgische. Benamingen, etiketten en publiciteitsmiddelen geven aanleiding tot verwarring en zijn soms onjuist of zelfs misleidend. Andere abdijbieren verdienen juist respect, want er is kaf maar ook koren onder de Nederlandse abdijbieren. En hoe!
Deel 5: Bieren van 'levende' Nederlandse abdijen
Levende abdijen
Deel 5: Bieren van 'levende' Nederlandse abdijen
Levende abdijen
Het is gelukkig niet allemaal wazigheid of erger in de
Nederlandse abdij- en kloosterbierwereld. Vier Nederlandse abdijbieren kunnen
door hun achtergrond doorgaan voor een ‘echt’ abdij- of kloosterbier. Ze zouden
voldoen aan de Belgische criteria voor Erkend Abdijbier. En er is nog een vijfde geval dat we zonder meer een curiosum kunnen noemen.
Gerardus Wittems Kloosterbier (Gulpener Bierbrouwerij) bestaat sinds 2000. Het bier verwijst naar het redemptoristenklooster te Wittem. Ook dit is dus geen abdijbier, maar een kloosterbier.
In Wittem zelf is nog tot 1952 gebrouwen, en het klooster zelf bestaat nog altijd. Meer nog: de baten van Gerardus komen deels ten goede aan de instandhouding van de historische bedevaartkerk in Wittem. (Het klooster is het landelijk pelgrimsoord van St. Gerardus Majella.) De redemptoristen zelf zijn op hun kloosterwebsite overigens zeer karig met vermelding van het bier. Men kan het drinken in de Gerarduszaal ter plekke, en dat is het. Waar het toe dient, maar ook waar het vandaan komt: het is nergens terug te vinden.
Welnu, het komt dus van de Gulpener Bierbrouwerij. Die begon in 2000 met een dubbel, maar
later zijn er
een blond bier en een tripel bijgekomen. Tegenwoordig
zijn ze ook bij supermarktconcern Lidl verkrijgbaar, waaronder inmiddels
tevens een lentebok.
De brouwerij flirt op haar website openlijk met ‘een oud recept […] uit het Redemptoristenklooster in Wittem’, maar dat is een verkooppraatje. In 2001 vertelde pater Erinkveld in Misset Horeca over het moment in 1952 dat de eigen brouwactiviteiten in Wittem werden stopgezet: ‘Waarom is niet precies bekend, maar de broeder die het betrof was waarschijnlijk zo kwaad dat hij het recept heeft verscheurd.’ Het klooster heeft wel het initiatief genomen tot het Gerardusbier, maar dat is ontwikkeld door de brouwerij – die zelf toen ook met een dergelijk idee rondliep.
De brouwerij flirt op haar website openlijk met ‘een oud recept […] uit het Redemptoristenklooster in Wittem’, maar dat is een verkooppraatje. In 2001 vertelde pater Erinkveld in Misset Horeca over het moment in 1952 dat de eigen brouwactiviteiten in Wittem werden stopgezet: ‘Waarom is niet precies bekend, maar de broeder die het betrof was waarschijnlijk zo kwaad dat hij het recept heeft verscheurd.’ Het klooster heeft wel het initiatief genomen tot het Gerardusbier, maar dat is ontwikkeld door de brouwerij – die zelf toen ook met een dergelijk idee rondliep.
Sancti Adalberti (Abdij van Egmond) bestaat sinds 2009. De naam is die van de vroege evangelist Adelbert,
die van 690 tot 740 de Noord-Hollanders trachtte te bekeren. Op de plaats waar
hij werd begraven, welde volgens de legende een bron op waarvan het water
geneeskrachtig zou zijn. In zijn nabijheid was ook ooit een houten klooster
gesticht, waar later bier werd gebrouwen. Toen deze eerste abdij van Egmond in
1573 tijdens de geloofstwisten werd verwoest, roofden de overvallers de
brouwketel om die om te smelten tot wapens.
Sinds 1950 staat er een moderne stenen benedictijnerabdij
in Egmond-Binnen. Daar ontstond ooit het idee om de abdijgeschiedenis eer aan te doen
door een abdijbier op de markt te brengen. Het idee was het bier in licentie te laten brouwen, zoals Belgische abdijbieren. Dat
werd Sancti Adalberti, waarvan uit de opbrengst jaarlijks een bedrag naar de
Egmondse
abdij wordt overgemaakt om de doelstellingen en de uitstraling ervan te ondersteunen.
Dat vereiste, net als in Wittem, natuurlijk een brouwerij. Het begon bij
De Prael in Amsterdam waar een tripel werd gebrouwen. Al snel overtrof de belangstelling de vraag en bracht men de productie
over naar de grotere Proefbrouwerij in het Belgische Locristi.
Zodoende kwam ik een van de Sancti Adalberti-bieren, het winterbier Pastorale, ooit tegen bij het Kerstbierenfestival in Essen. Daar zijn eigenlijk alleen Belgische bieren te proeven. De organisatie rekent een in België gebrouwen Nederlands abdijbier echter ook tot de Belgische bieren. (Er was toen bijvoorbeeld ook Winterstout van Duits & Lauret te proeven - oh heerlijke indringer!)
Zodoende kwam ik een van de Sancti Adalberti-bieren, het winterbier Pastorale, ooit tegen bij het Kerstbierenfestival in Essen. Daar zijn eigenlijk alleen Belgische bieren te proeven. De organisatie rekent een in België gebrouwen Nederlands abdijbier echter ook tot de Belgische bieren. (Er was toen bijvoorbeeld ook Winterstout van Duits & Lauret te proeven - oh heerlijke indringer!)
In
Egmond doorzag men dat dit voor de identiteit van het bier ook een keerzijde had. Dus deed men zijn best het bier als Nederlands c.q. Egmonds te promoten. Elk bier werd geënt
met water uit de 'gewijde' Adelbertusbron. De lindebloesem in het
bier verwijst naar
de linden daar en op de Abdijlaan. Mooie gedachten, maar toch vooral symbolisch. Uiteindelijk is er voor bierproductie immers veel meer brouwwater nodig dan wat men uit de Adelbertusbron haalt. En komt die lindebloesem echt uit Egmond?
Het was ook niet de
bedoeling dat het hier bij zou blijven. Sancti Adalberti ontwikkelde diverse andere bieren, in samenspraak met deskundigen. En stelde vooral een serieus plan op om die in een eigen brouwerij
te gaan brouwen.
UPDATE 2018. De monniken van Egmond hebben de tijd genomen voor de voorbereiding van die brouwerij. Op 17 februari 2018 is die officieel geopend; niet in de abdij zelf, maar op een nogal prozaïsch bedrijventerrein in het naburige Egmond aan de Hoef. Daar brouwen ook geen monniken, maar een brouwmeester die daarvoor twee ketels van 20 hectoliter ten dienste staan. Hij beschikt ook over een eigen laboratorium en eigen giststammen. De status en identiteit van dit abdijbier staan door deze ontwikkeling uiteraard niet ter discussie.
UPDATE 2018. De monniken van Egmond hebben de tijd genomen voor de voorbereiding van die brouwerij. Op 17 februari 2018 is die officieel geopend; niet in de abdij zelf, maar op een nogal prozaïsch bedrijventerrein in het naburige Egmond aan de Hoef. Daar brouwen ook geen monniken, maar een brouwmeester die daarvoor twee ketels van 20 hectoliter ten dienste staan. Hij beschikt ook over een eigen laboratorium en eigen giststammen. De status en identiteit van dit abdijbier staan door deze ontwikkeling uiteraard niet ter discussie.
Haagsche Broeder
(brouwerij Haagsche Broeder, Den Haag) is het enige abdijbier uit de
Benelux dat nu al binnen kloostermuren wordt gebrouwen. Het bestaat
sinds 2013. De naam verwijst
naar de gemeenschap van Broeders van Sint Jan, die sinds 2012 zijn
priorij heeft in de Haagse binnenstad. Niet veel mensen die al winkelend
of flanerend door de Oude Molstraat lopen weten het, maar ze passeren
daar die priorij die in het Willibrordushuis zit. Een priorij, om
het nog even te memoreren, is een klooster van een niet-contemplatieve
orde. De congregatie van Broeders van Sint Jan valt direct onder bisschoppelijk recht.
In dit Haagse gebouw zit ook een kloosterwinkeltje, waar men kaarsen en
andere artikelen verkoopt ten bate van de kloostergemeenschap.
Ooit is men op het idee gekomen in het assortiment ook een eigen bier op te
nemen. Het contact met de twee gepassioneerde jonge brouwers Jelger Moggree en Kees Verbogt bracht dat in een
stroomversnelling. In 2013 was daar ineens Haagsche Broeder Prior, een dubbel van
8 procent alcohol, alleen verkrijgbaar in flessen van 0,75 liter en alleen in
de kloosterwinkel.
De twee ‘brouwbroeders’ maken sinds kort ook een
barrel aged versie (op bourbonvaten). Rond 27 december verschijnt er een specialiteit, Johannes – extra zwaar en eens
per jaar gebrouwen, dus ook extra
zeldzaam. Hiermee knopen de kloostergemeenschap en -brouwerij aan bij de feestdag
van Sint Johannes.
Het bier wordt dus in het klooster gebrouwen door lekenbrouwers. Handig afficheert men het als ‘een Kloosterbier dat daadwerkelijk met broeders wordt gebrouwen’. En dat klopt nu eens, want lekenbrouwers Jelger en Kees hebben inmiddels drie broeders in het brouwvak ingewijd. De Broeders van Sint Jan gaan nogal eens van het ene naar het andere huis van de congregatie, maar zo zal er in Den Haag altijd wel een meebrouwende broeder zijn. Bovendien houdt het klooster zelf uitdrukkelijk de vinger aan de pols – voor wat betreft de bestemming, de uitstraling en ook de verkoop van het bier.
Het bier wordt dus in het klooster gebrouwen door lekenbrouwers. Handig afficheert men het als ‘een Kloosterbier dat daadwerkelijk met broeders wordt gebrouwen’. En dat klopt nu eens, want lekenbrouwers Jelger en Kees hebben inmiddels drie broeders in het brouwvak ingewijd. De Broeders van Sint Jan gaan nogal eens van het ene naar het andere huis van de congregatie, maar zo zal er in Den Haag altijd wel een meebrouwende broeder zijn. Bovendien houdt het klooster zelf uitdrukkelijk de vinger aan de pols – voor wat betreft de bestemming, de uitstraling en ook de verkoop van het bier.
Die
verkoop van Haagsche Broeder is een verhaal apart. Enkele cafés in de
nabije omgeving hebben het in het
assortiment, maar verder blijft de afzet beperkt tot de kloosterwinkel.
Een reisje naar Den Haag is hiervoor dus een must. Zoals gezegd, het
klooster houdt uitdrukkelijk de vinger aan
de pols bij dit bier. Het waakt over de identiteit en de revenuen, maar
ook over de verkoop van Prior.
Dat bleek begin 2015 nog maar eens. De verkoop van Haagsche Broeder begon toen enigszins uit de klauwen te lopen. Het bestaan van het kloosterbier is nog altijd een soort goed bewaard geheim, maar niet meer zo als in de begintijd. Men besloot daarom tot gerantsoeneerde verkoop over te gaan. Kijkt u maar op nevenstaande foto hoe dat in zijn werk gaat. Ligt het Nederlandse Westvleteren in Den Haag?
Dat bleek begin 2015 nog maar eens. De verkoop van Haagsche Broeder begon toen enigszins uit de klauwen te lopen. Het bestaan van het kloosterbier is nog altijd een soort goed bewaard geheim, maar niet meer zo als in de begintijd. Men besloot daarom tot gerantsoeneerde verkoop over te gaan. Kijkt u maar op nevenstaande foto hoe dat in zijn werk gaat. Ligt het Nederlandse Westvleteren in Den Haag?
Abdij van Berne
(brouwerij Val-Dieu, België) is het jongste Nederlandse abdijbier: het bestaat sinds 2015. De naam is die van de nog
altijd actieve norbertijnenabdij in Heeswijk, de oudste abdij van Nederland.
Men
vond er sporen van een brouwerij die teruggaan tot 1532. En in Berne
wil men dit brouwverleden net als in Egmond daadwerkelijk doen
herleven met een nieuwe eigen kloosterbrouwerij. Dat was overigens een
idee van een
buitenstaander die vervolgens met de monniken een stichting ervoor
oprichtte. De opbrengsten van het ter plekke gebrouwen bier moeten
ten goede komen aan de abdij.
Om die plannen te kunnen financieren is men al begonnen met de ontwikkeling en introductie van het bier. Dat wordt nu beperkt gebrouwen bij de (niet meer functionerende) abdij van Val-Dieu, waar een door leken gedreven brouwerij staat. Berne heeft voor een Belgische abdij gekozen ‘omdat daar de kunst van hoogwaardige bovengistende bieren in de cultuur verankerd’ is. Kortom: dit Nederlandse abdijbier is in werkelijkheid een Belgisch bier!
In Bier! Magazine
van winter 2015 flirtte de voorzitter van de stichting met ‘de oude
receptuur van
het bier’ dat vroeger werd gebrouwen, maar van een echt recept is geen
sprake. Met
zelf geteelde hop en water uit een put (die er nog altijd is) brouwde
men vroeger in Berne
een blond en een bruin bier. Daar kun je natuurlijk alle kanten mee uit,
en dat
is ook gebeurd. Men heeft (in Berne zelf) uitdrukkelijk uitgeprobeerd en
er zo de recepten ontwikkeld. Op dit moment zijn er twee
soorten, Norbertijn Blond en Prior Dubbel.Om die plannen te kunnen financieren is men al begonnen met de ontwikkeling en introductie van het bier. Dat wordt nu beperkt gebrouwen bij de (niet meer functionerende) abdij van Val-Dieu, waar een door leken gedreven brouwerij staat. Berne heeft voor een Belgische abdij gekozen ‘omdat daar de kunst van hoogwaardige bovengistende bieren in de cultuur verankerd’ is. Kortom: dit Nederlandse abdijbier is in werkelijkheid een Belgisch bier!
Een
bijzonder geval in de wereld van abdij- en kloosterbieren is het Amsterdamse
Kleiburg. Het bijbehorende Kleiklooster zelf alleen al is een bijzonder geval in de wereld van
kloosters en abdijen. Het noemt zichzelf dan wel een klooster, maar om allerlei redenen
is het dat niet.
In de eerste plaats heeft het geen band met de kerk van Rome –
en dat is toch het instituut waar kloosters en abdijen van oudsher uit
voortkomen en mee verbonden zijn. Natuurlijk bestaat er geen 'kloosterpolitie'
die komt vertellen dat het Kleiklooster zich niet zo mag noemen; het begrip klooster is
vrij te gebruiken. Maar het wijkt af van de historie en traditie, die ook met deze bieren is verbonden. Karakter en inrichting van deze gemeenschap zijn ook geheel anders dan die van 'gewone' kloosters. Het Kleiklooster heeft geen monniken, maar is een kleine
christelijke leefgemeenschap in een flat in de oostelijke Bijlmer (Kleiburg geheten). Deze groep
mensen wil niet alleen wonen, maar met elkaar. Hun doel is verder een spirituele en
gastvrije plek in de Bijlmer te creëren. Dat alles doen ze echter
zonder de religieuze overwegingen en beperkingen die onderdeel zijn van het
bestaan van monniken. Er zitten ook 'stellen' tussen de bewoners van deze
flatgemeenschap en kinderen.
De
brouwerij van Kleiburg is wel uitdrukkelijk gelieerd aan het Kleiklooster. Hij draagt bij aan de (sociale) doelen van
het Kleiklooster, door een deel van de winst daaraan te besteden. Dat is
allemaal dus in de beste officiële traditie van abdijbieren. De brouwerij bevindt zich overigens niet in de flat, maar in de Bullewijk, elders in
Amsterdam Zuidoost.
Opvallend is
dat de bieren van Kleiburg weinig gemeen hebben met de traditionele
abdijbieren. Zelf noemt de brouwerij die 'traditioneel en vernieuwend', en geïnspireerd door 'traditionele Belgische kloosterbieren', maar de invloeden van
de moderne craftbeerbeweging zijn waarschijnlijk groter. Het enige op Belgische
abdijbieren gebaseerde bier van Kleiburg is een dubbelblond. Verder
brouwt Kleiburg craftbeerachtige producten zoals een soort combinatie van
porter en saison, een tripel IPA en een quadrupelporter ('poorter' geheten,
gebaseerd op de onzinnige bewering dat er 'al in de Middeleeuwen in de Lage
Landen "poorters" gebrouwen werden'). De laatste is ook nog eens
voorzien van kardemom en zoethout en gelagerd op bourbonvaten.
Kortom, 'kloosterbieren',
maar alleen naar de geheel eigen definitie van Kleiburg en het Kleiklooster... Klik verder of terug naar:
Startpagina
Geen opmerkingen:
Een reactie posten