Bier in Nederland

Bier in Nederland

zaterdag 28 mei 2016

Dossier Nederlandse abdijbieren (1: Trappistenbier, abdijbier en kloosterbier)

Dit dossier beschrijft de Nederlandse abdijbieren, hun context en hun herkomst en prikt enkele mythen door. Want hoe jong de Nederlandse abdijbieren ook mogen zijn – die mythen zijn er al, net als onder de Belgische. Benamingen, etiketten en  publiciteitsmiddelen geven aanleiding tot verwarring en zijn soms onjuist of zelfs misleidend. Andere abdijbieren verdienen juist respect, want er is kaf maar ook koren onder de Nederlandse abdijbieren. En hoe!

Deel 1: Trappistenbier, abdijbier en kloosterbier. 

Trappistenbier
Vroeger was ‘een trappist graag’ in mijn eerste stamkroeg de aanduiding waarmee je een bokaal vol stevig donker bier (een dubbel) bestelde. In mijn herinnering is dat toen Leffe of Grimbergen geweest.
Echt trappistenbier was het in elk geval zeker niet. Die naam deed het echter prima, omdat trappistenbier uit de abdijen van bijvoorbeeld Westmalle, Chimay of Rochefort toen al als heel goed bekendstond. Andere brouwerijen die een soortgelijk bier maakten, probeerden daar een graantje van mee te pikken. Zo werd ‘trappist’ onbedoeld een soortnaam in bierland, net als ‘pilsener’.
Ik weet overigens niet zeker of Leffe en Grimbergen ooit daadwerkelijk als 'trappist' zijn aangeboden, maar er waren plenty bieren waarmee dat gebeurde. Onderstaande collage van wat er op internet te vinden is roept een waar tijdsbeeld op.



Dat werd op den duur zo gortig, dat de echte trappisten in 1997 besloten hun bier te gaan beschermen. Ze richtten daarvoor een International Trappist Association op, die op de echtheid van trappistenbier toeziet.
Een bier mag sindsdien alleen trappistenbier heten als het wordt gebrouwen door monniken in of bij een werkende trappistenabdij, ten bate van het onderhoud van de monniken en/of de abdij. Deze voorwaarden worden ter plekke gecontroleerd door de ITA. Een bier dat eraan blijkt te voldoen, krijgt een kwaliteitscertificaat en mag het label ‘Authentic Trappist Product’ op de fles afdrukken. In Nederland geldt dat voor de brouwsels van twee abdijen: Onze Lieve Vrouwe van Koningshoeven in Berkel-Enschot, die het merk La Trappe voert (met een flink assortiment bieren inmiddels, van witbier tot quadrupel), en de abdij Maria Toevlucht in Zundert.
Staat dat label er niet op, dan is het geen trappistenbier, ook al zou die aanduiding op de fles of het etiket worden gebruikt. Dat gebeurde vroeger dus, maar voor zover ik weet tegenwoordig niet meer.

Abdijbier
De aanduiding ‘abdijbier’ wordt daarentegen wel in ruime mate gebruikt. Met als gevolg dat velen voetstoots aannemen dat ook dat uit een (niet-trappisten-)abdij komt. En dat is bij abdijbier nu juist níet het geval (op één na!).
Om de verwarring nog wat groter te maken, hanteert de veel gebruikte bierwebsite ratebeer.com de aanduidingen ‘Abbey Double’ en ‘Abbey Triple’ voor twee biersoorten. De aanduiding ‘abbey’ beduidt hier alleen dat deze biersoorten - dubbel en tripel - van oudsher vooral abdijbieren zijn. Maar iedereen kan ze maken, monnik of geen monnik. En dus kan ook iedereen zijn bier zo aanduiden, ook al is er geen enkele link met een monnik of een abdij. Ratebeer zou er natuurlijk veel beter aan doen om dat 'abbey' weg te laten en te volstaan met de welbekende aanduidingen Double en Triple. In elk geval voor de Engelstalige consument zou er dan één reden minder zijn voor verwarring.
Bent u daar nog?

Abdij of klooster?
Er komt nog veel meer bij abdijbier kijken. Hebt u bijvoorbeeld ooit beseft dat een abdij en een klooster niet hetzelfde zijn? Toch is het zo. Het zal 99 procent van het wereldse deel van de bevolking waarschijnlijk worst zijn, maar het onderscheid kan ook in de bierwereld betekenisvol zijn.
En dat onderscheid tussen abdij en klooster zit 'm vooral in de mate van zelfstandigheid. Een klooster valt onder de bevoegdheid van de lokale bisschop. Het is dus eigenlijk een ‘kerkelijke’ instantie. Een abdij is dat niet. Die regelt zijn eigen zaakjes, heeft een onafhankelijke leiding los van de bisschop (de abt) en bezit vaak eigen grond. Vroeger kon een abdij een economisch belangrijke factor zijn; een bedrijf, bijna.

Abdijen zijn voorts de behuizing van een zogenoemde contemplatieve christelijke monnikenorde – zoals benedictijnen, trappisten, kartuizers en norbertijnen. Er zijn ook andere ordes, zoals de jezuïeten, de dominicanen of de franciscanen. Die hebben dus geen abdij, maar – u raadt het al – een klooster. Een augustijnenklooster heet ook wel een kapittel - dan weet u waar die biernaam vandaan komt. En ten slotte: zo’n kloostervestiging kan afhankelijk zijn van een abdij. In dat geval wordt het klooster een priorij genoemd.
Al deze begrippen komen ook daadwerkelijk voor in de (abdij)bierwereld!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten