Dit blog is geopend in oktober, en dus moet de eerste post wel
gaan over bo(c)k. En over het Bokbierfestival, want we staan aan de
vooravond ervan. Daarom komt deze post in twee stukjes. Ik neem graag de tijd en
de ruimte om ergens op in te gaan.
Bock is een prachtproduct. Als oktober eraan komt,
kijken bierliefhebbers er steevast naar uit om dat donkerrode bier in een gulle
bokaal op schoot te houden. Brouwers kunnen gewoon het hele jaar door bock maken,
maar houden zich allemaal aan de traditie die in 1928 is ontstaan: dat onze
bock (in tegenstelling tot het origineel uit Duitsland) een najaarsbier is. Nou
ja, aanvankelijk vooral een winterbier – de tweede donderdag van december werd
toen het vaste verschijningsmoment. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd dat november en nog later oktober. In elk
geval is bock sindsdien een seizoensproduct.
(Overigens, mocht u zich afvragen
of het nu bock of bok is – beide schrijfwijzen doken al vroeg in de negentiende
eeuw op. Bock uiteraard als eerste, omdat de biersoort uit Duitsland kwam, maar de vernederlandste aanduiding ‘bokbier’ verscheen toch ook al eens in 1845. De bock van Amstel, op
de markt sinds 1872, werd al in 1873 eens zo genoemd.)
|
(Algemeen Handelsblad, 4 maart 1873) |
Bock is ook populair onder jonge bierliefhebbers. Ga maar
eens kijken bij het jaarlijkse
Bokbierfestival (BBF) in de Beurs van Berlage.
Maar…
bock is toch zoet? En kicken jongeren niet vooral op IPA’s en APA’s? Nee en ja.