Bier in Nederland

Bier in Nederland

woensdag 20 juli 2016

‘Princesse witbier’ van d’Oranjeboom: een historische misser

Onlangs werd een nieuw 'historisch' bier gelanceerd: princessebier van d'Oranjeboom. De biermedia namen het persbericht erover met graagte over. Logisch: een oude, typisch Hollandse en begin twintigste eeuw verdwenen biersoort was opnieuw tot leven gewekt, aldus de initiatiefnemers. Dat is nogal wat.
Alleen steekt het allemaal wat anders in elkaar dan men naar buiten heeft gebracht. Een van de twee nieuwe princessebieren is inderdaad een historisch bier. De andere is een historische misser.

Princesse is een van de meest tot de verbeelding sprekende historische Nederlandse bieren. Het werd in de eerste helft van de 19e eeuw gecreëerd door twee Amsterdamse brouwerijen, De Gekroonde Valk en De Hooiberg. Decennia vóór India pale ale furore begon te maken, stuurden zij dit duurzame bier al per schip naar Nederlands-Indië. Een ferm staaltje Hollandse koopmansgeest en brouwkunst.

Duurzaam gerstebier
Wat princesse precies was, is niet volledig duidelijk. Hoe men het zo duurzaam kreeg is bijvoorbeeld een raadsel. Echt sterk was princesse niet; de alcoholpercentages varieerden van 3,5 tot 5,9, en dat laatste was dan van een 'dubbel princesse'. Want in de loop der tijden ontstonden er allerlei varianten en kwaliteiten. Zo werd princesse aanvankelijk alleen vermeld als een ‘wit’ bier (lichtgekleurd, bleek), maar vanaf de jaren twintig van de negentiende eeuw verschenen er ook advertenties voor ‘bruin’ (donker) princesse. 
Surinaamsche Courant, 23 november 1821

Uit de schaarse bronnen valt wel op te maken dat princesse een gerstebier was (1). Zeker in de achttiende en eerste decennia van de negentiende eeuw was dat verre van vanzelfsprekend. Het was toen heel gebruikelijk om naast het relatief dure, soms lastig verkrijgbare gerst met tarwe, haver, rogge, spelt en/of boekweit te brouwen. (Het hoge gerstgehalte en het ontbreken van bijvoorbeeld tarwe zal overigens hebben bijgedragen aan de houdbaarheid van princesse. Tarwebieren hadden vroeger de vervelende eigenschap slechts kort houdbaar te zijn.)

Oranjeschillen en Oranjeboom
Van ‘bruin’ princesse bestaat een (beknopt) recept, uit het anoniem gepubliceerde boek De praktische bierbrouwer in 1866. Behalve bruine mout of gelijke delen lichte en bruine (naar gelang van de gewenste kleur) gingen er Vlaamse hop in, koriandervruchten (= bessen), oranjeschillen (= sinaasappelschillen) en zoethout.

Bierhistoricus Roel Mulder publiceerde dit recept in november 2015 op zijn blog. Het bruine princesse werd vervolgens opnieuw gebrouwen door thuisbrouwers (onder wie Roel zelf), door De Beyerd in Breda en zelfs door de Anchor Brewery uit San Francisco, speciaal voor het dertigjarig jubileum van biercafé In de Wildeman te Amsterdam.
En sinds kort brengt het im- en exportbedrijf United Dutch Breweries het ook op grotere schaal en in gebottelde vorm op de markt onder de merknaam D’Oranjeboom. Inderdaad, die van de roemruchte oer-Rotterdamse brouwerij die bierdrinkers per advertentie opriep ‘een boompje te planten’. United bezit de rechten op deze naam.

Het donkere princesse kon men nagenoeg direct in productie nemen. Wellicht bracht men wat kleine aanpassingen aan om overheersende smaakelementen wat in te tomen.
Maar naast die donkere versie is er ook een ‘Princesse witbier’ verkrijgbaar. Is dat dan de oorspronkelijke achttiende-eeuwse versie van dit legendarische bier? Heeft United daar eindelijk ook een recept van opgediept? United poneert op zijn website in elk geval twee vergeten 'meesterwerken uit de achttiende eeuw’ tot leven te hebben gebracht.

Witbier? Nee, wit bier
Dat is al meteen een misser. Van een van die twee, het bruine (donkere) princesse, bestaan in de achttiende eeuw nog geen sporen. Toen was princesse alleen een wit (lichtgekleurd) bier. Het bruine is niet eerder te vinden dan 1821. (2)
Gazette van Gend, 22 december 1788

United haalt nog meer dingen door elkaar. ‘Het Princesse witbier is in 1788 gebrouwen als een Vlaamse ode aan het Hollandse Princesse bier,’ aldus het persbericht. Daarmee doelt men op de Brugse brouwer Antonius Parmentier. 
Maar Parmentier brouwde geen 'Princesse witbier'. Hij adverteerde in 1788 met ‘witte Hollandsche Princesse-Bieren’ (3), iets heel anders. 'Witbier' (zonder spatie) is tarwebier op zijn Hoegaards. Parmentier bedoelde met 'witte' bieren (met spatie) dat hij lichtgekleurde bieren verkocht 'gelyk men tot Amsterdam, Rotterdam en Alkmaar is debiteerende' - het oorspronkelijke Hollandse princesse uit die tijd. De termen 'licht' en 'donker' waren destijds nog niet in zwang in de bierwereld; men sprak van 'wit' en 'bruin' bier.

En een 'Vlaamse ode'? Parmentier brouwde de princessebieren omdat die biersoort het destijds goed deed, omwille van de kwaliteit en de duurzaamheid. Hij attendeerde in de Gazette van Gend daarom 'alle Heeren Koop en Zeeluyden' op zijn nieuwe product. Ook talloze andere brouwerijen in de Nederlanden gingen op den duur princesse brouwen. Niet als ode, maar gewoon uit commerciële overwegingen.

Tarwe
Bij deze missers van United Dutch Breweries blijft het niet. De belangrijkste is dat men het nieuwe ‘witte Princesse’ met tarwe heeft laten brouwen. Daaraan ligt een kapitale denk-, lees- en/of interpretatiefout ten grondslag: dat Parmentiers ‘Princesse witbier’ (benaming van United) net als het hedendaagse witbier een tarwebier zal zijn geweest. Het persbericht rept ook van een 'troebele witte variant'.
Maar Parmentier brouwde dus helemaal geen ‘witbier’ met tarwe. Hij brouwde ‘witte Hollandsche Princesse-Bieren’ - lichtgekleurde bieren die alleen met gerst werden gebrouwen. United heeft het ‘wit bier’ van toen blijkbaar met het ‘witbier’ van nu verward en geoordeeld: daar moet tarwe in zijn gegaan. En heeft daartoe een brouwopdracht gegeven.

Het gevolg is ook dat United het beeld van de toenmalige Nederlandse bierwereld omkeert. United presenteert het 'Princesse witbier' als een van twee 'luxe bieren uit de achttiende eeuw', maar een witbier met tarwe was toen vrij gewoon. In Brabant bijvoorbeeld. Juist een bier met louter gerst was toen 'nieuw' en luxe. 
Dit is ongeveer hetzelfde als wat Jef van den Steen en HORAL doen rond de zogenaamd 'middeleeuwse' lambiek: historiseren vanuit het heden, zonder oog voor de historische feiten. 

Nieuwe mythe
De praktische bierbrouwer (1866), p. 106
Het vervelende is dat United Dutch Breweries wel met historische feiten schermt. Deze nieuwe oude bieren heten volgens het persbericht ontleend te zijn aan ‘enkele unieke Oranjeboom recepten’ die ze vorige jaar ‘ontdekten’ waarna hun ‘specialisten’ in ‘de oude documenten’ doken, de receptuur ‘ontrafelden’ en princesse ‘in haar oorspronkelijke smaak’ besloten terug te brengen. 

En hier komen we op een heel ander terrein dan verwarring en vergissing, namelijk dat van de marketing-blahblah. Die oude documenten met recepten bestaan niet. Men heeft zich voor het recept van 'bruin' princesse laten inspireren door Roel Mulders blog over het recept uit De praktische bierbrouwer. Wat zou daar overigens mis aan zijn? Precies, niets.
En van wit princesse is helemaal geen recept overgeleverd. (Zeker niet van een ‘Princesse witbier’, want dat heeft nooit bestaan.) Aan de creatie van 'Princesse witbier' heeft United daarom een eigen, volkomen a-historische draai gegeven. 

Als u het straks gaat drinken, drinkt u geen achttiende-eeuws wit princesse uit louter gerst, maar een soort van hedendaags witbier met tarwe en met enkele kruiden uit het negentiende-eeuwse recept voor bruine princesse.
Dat mag gerust ‘geïnspireerd door het bierverleden’ heten, maar heeft niets te maken met een ‘oorspronkelijke smaak’ of een ‘originele receptuur’ uit 'oude documenten'. 'Echt' wit princessenbier namaken zit er gewoon niet in zolang de daarvoor benodigde historische gegevens ontbreken.
De ronkende woorden uit het persbericht zijn inmiddels echter wel her en der overgenomen in de media. En zo hebben er weer een biermythe bij.

1. Johann C. Leuchs, Vollständige Braukunde oder wissenschaftlich-praktische Darstellung der Bierbrauerei …… (Nürnberg 1831), p. 397
2. Surinaamsche Courant, 23 november 1821 
3. Gazette van Gend, bijlage, 22 december 1788

(Meer over princesse: Bier in Nederland, vooral de pp. 155-161, 172, 201-202, 319-322 en 326-328.)

3 opmerkingen:

  1. Anoniem24/7/16

    Hoi Marco,

    Deze week toevallig deze twee bieren weten te scoren in Breda. Ik vind het leuk om de bierhistorie na te lopen en waar mogelijk die ook te proeven. Zo ben ik ook op je boek gekomen. Dat heeft mij al op het spoor gezet van diverse bieren die ik moet zien te bemachtigen. Het "gewone" Princessebier vond ik in ieder geval een prima bier. Bitter in vooral de afdronk en zodoende goed voorstelbaar dat dit een bier was dat naar de koloniën ging. Ik heb de witte versie nog niet geprobeerd, maar zal e.e.a. dan maar met een flink korreltje zout nemen.

    Groet,

    Jacco van den Bor

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hallo Jacco,
      Dank voor je bezoeken en reacties. Fijn dat je iets aan de artikelen hebt. Uiteraard zeggen die niets over de smaak van zulke bieren; ook het Princesse witbier schijnt smakelijk te zijn, heb ik gelezen. Ben er benieuwd naar en zak misschien later deze week eens af naar Breda. (En neem die flinke korrel zout niet te letterlijk hè; we hebben onze handen er nog aan vol om mensen af te leren citroen in hun witbier te doen...) Ook Bonifacius vond ik trouwens op zich niet slecht, al voegt het weinig toe aan de talloze abdijbieren die er al zijn. Behalve natuurlijk een verhaal over wat er wel slecht aan is :).
      Bierige groet,
      Marco

      Verwijderen
  2. Anoniem26/7/16

    Nog een nabericht:

    Inmiddels je boek uit. Hulde voor dit diepgravende onderzoek. Alleen het doornemen van de literatuurlijst deed me al duizelen. Goed en belangrijk dat je deze kennis voor een breder publiek hebt ontsloten. Hopelijk gaat dit een hoop brouwers inspireren tot het maken van meer historisch bier. Zo niet dan evengoed geweldig dat een hoop brouwsels aan de nevelen der vergetelheid zijn onttrokken.

    Groet, Jacco

    BeantwoordenVerwijderen