Toch? Sja, en daarom is de campagne Love Beer, die
de branchevereniging Nederlandse Brouwers vorig jaar op poten zette, zo’n zonderlinge
mispeer. Deze zo correct Nederlandse slogan beoogt een ideaalbeeld te promoten van vrouwen die gezellig
kwetteren bij een glas bier - in plaats van het clichématige glas witte
wijn of rosé. Kwisvragen: is dat om te lachen of om te huilen? Wie is er het meest ranzig, de brouwer van toen, of die van nu? En wat is dat toch met mannen die denken te weten hoe dat werkt, met vrouwen en bier?
'Love Beer' is een volkomen overbodige actie; het beeld dat vrouwen niet van bier houden, of vooral witte wijn of rosé drinken, is al lang ingehaald door de werkelijkheid. Die van bierfestivals vooral. Word eens
wakker in de 21e eeuw, Nederlandse Brouwers? Bierdrinkende vrouwen
(en mannen ook) halen hun schouders op, kletsen zich op de dijen van het
lachen of ontsteken in woede over al die onbenulligheid.
De heren brouwers (want dat zijn het natuurlijk; laat ik ook eens een duit in het zakje met clichés en vooroordelen doen) presenteerden in hun campagne overigens alleen jonge vrouwen; dus hoezo vooroordelen eigenlijk? Ze hadden er vooral ook beter aan gedaan zich iets meer in de geschiedenis te verdiepen. Want de relatie tussen vrouwen en bier is veel intenser en ouder dan die tussen mannen en bier. En de manier waarop die relatie later door mannen is ingekleurd, is helaas weinig fraai geweest. De campagne van de Nederlandse Brouwers blijkt in een ranzig rijtje te passen. Ze hebben daar wellicht meer aan een beetje zelfkennis dan aan verkeerde marketinginspiratie.
De heren brouwers (want dat zijn het natuurlijk; laat ik ook eens een duit in het zakje met clichés en vooroordelen doen) presenteerden in hun campagne overigens alleen jonge vrouwen; dus hoezo vooroordelen eigenlijk? Ze hadden er vooral ook beter aan gedaan zich iets meer in de geschiedenis te verdiepen. Want de relatie tussen vrouwen en bier is veel intenser en ouder dan die tussen mannen en bier. En de manier waarop die relatie later door mannen is ingekleurd, is helaas weinig fraai geweest. De campagne van de Nederlandse Brouwers blijkt in een ranzig rijtje te passen. Ze hebben daar wellicht meer aan een beetje zelfkennis dan aan verkeerde marketinginspiratie.
Ambachtsvrouwen
De brouwerij-initiatieven van Gebrouwen
door Vrouwen (foto), Boegbeeld en Kutbier baren nu in de media af en toe
opzien. Sjee, kijk eens, vrouwen die dat mannendrankje brouwen! Maar bier is helemaal
geen mannendrankje. Het is dat nu niet, en het is dat ook nooit geweest.
Punt 1 was het vroeger een volksdrank; iedereen consumeerde het. En punt 2: nog tot de Middeleeuwen is het brouwen ervan de zaak van vrouwen geweest. Zij deden dat doorgaans gewoon thuis, voor huiselijk gebruik.
Punt 1 was het vroeger een volksdrank; iedereen consumeerde het. En punt 2: nog tot de Middeleeuwen is het brouwen ervan de zaak van vrouwen geweest. Zij deden dat doorgaans gewoon thuis, voor huiselijk gebruik.
Natuurlijk kun je daar
een
kritische kanttekening bij plaatsen: zie je wel, huishoudelijk werk en
het wordt
weer verricht door vrouwen. Zeker, maar bij zulke blikken op de geschiedenis moet de bril van nu altijd even af. Het was nog
eeuwen voor de eerste feministische revolutie. Bovendien
heeft dat stereotiepe beeld een belangrijke keerzijde: dat het brouwen als ambacht
door vrouwen is ontwikkeld.
Het thuisbrouwen en boerderijbrouwen
zijn daarnaast nog lange tijd de domeinen van vrouwen gebleven. In Friesland brouwden
zij vroeger drinkelbier, dun en licht bier voor dagelijks gebruik, weinig of
niet gehopt of juist met kruiden vermengd en bijvoorbeeld ook warm gedronken.
Dat maakten ze overigens niet alleen thuis: ze konden er ook voor terecht in
openbare brouwhuizen. In de Oost-Friese streek Sagelterland in Duitsland had elk
dorp aan het begin van de negentiende eeuw nog een gemeenschappelijk brouwhuis
(zoals er nu nog enkele zijn in Beieren). De vrouwen brouwden er om de beurt een
voorraadje voor hun gezin.
Friese boerenvrouwen hielden zich
bezig met het dorsbier: laagalcoholisch bier dat op het land werd gedronken
tijdens en na het dorsen. Ook daar ging weinig hop in (wegens de hoge prijs).
De vrouwen zullen ongetwijfeld beter dan wie ook hebben geweten hoe je zulk
eenvoudig bier toch pittig en smaakvol kon maken.
Zo, en nu wil ik het nooit meer
horen: dat bier niets voor vrouwen is, of dat bier en vrouwen niet bij elkaar
passen.
Zoet
Van vrouwen bestaat anderzijds een
beeld dat ze door de jaren heen een voorkeur ontwikkelden voor zoet bier. Het ‘dikke’
en donkere Deventer bier was onder hen naar verluidt populair. Bij het in de zuidelijke provincies veel gedronken belegen
bruine bier, dat na verloop
van tijd wat zurig werd, mikten ze vaak een suikerklontje.
Maar Deventer bier was, zeker vanaf
de achttiende eeuw, in bijvoorbeeld Friesland onder zowel mannen als vrouwen
populair. Het werd door hen toen ook graag warm gedronken. De smaak van het
grote publiek tendeerde vanaf de zeventiende eeuw sowieso steeds meer naar ‘zoet’.
En suiker toevoegen aan zurig bruin bier, dat deden bijvoorbeeld ook buitenstaanders
die niet met dat bier bekend waren. Bier verbindt smaakvoorkeuren, en die lopen
dwars door alle geslachten en bevolkingsgroepen heen.
In de negentiende eeuw dachten ze
daar nog heel anders over. Toen ontstond de marketing van het bier. En werd het populair
om met bepaalde biersoorten vooral op vrouwen te mikken. Aan het
zogenoemde minnebier (zeer zoet, gewoon door veel suiker) en aan stout werden welhaast magische krachten voor
zogende vrouwen toegeschreven. Ze zouden een geweldig middel zijn met een enorme
stimulans voor de moedermelk, grote voedingswaarde en zelfs het vermogen om de
moedermelk te vervangen. (Meer over de bizarre campagne en inzet van medici
door brouwerij De Gekroonde Valk leest u in Bier
in Nederland. Een biografie.)
Een interessante vraag in deze context is:
door wie zouden zulke gedachten en middelen toch zijn ontwikkeld? Ik kan me niet
aan de indruk onttrekken dat dat toen vooral mannen zijn geweest; vaders, zo u
wilt.
Mannenzaak
Helaas is het vervolg in de twintigste eeuw niet veel
florissanter geweest. Vooral na de Tweede
Wereldoorlog gingen de publiciteitsjongens van Heineken en Amstel pas goed los.
Zij schiepen
in de jaren zestig het klassieke beeld van ‘de man en zijn bier’ en van de vrouw die haar
man vooral moest verwennen met de goudgele rakker. En, merkten ze en passant op, misschien wilde ze zelf ook wel
een glaasje meedrinken? Oh, en dat mocht dan natuurlijk ook oud bruin zijn. Als vrouwen bier
drinken, is het immers nogal eens zoet, hè. Ja hoor, en bij mijn buren groeit er
mensenhaar in de voortuin.
Klikt u vooral op de advertenties om u te verbazen over hun tijdsbeeld. En besmuikt lachen om al dit tenenkrommends mag ook best, want het bestaat niet meer. Helaas zitten we nu weer met de onverteerbare Love Beer-flauwekul van de ouwelijke Nederlandse Brouwers (waar Heineken in zit - toch wéér...). Ook in dit opzicht is het een godsgeschenk dat de craft beer-revolutie over het land is gekomen. De jonge brouwers en eigentijdse festivals bieden er een tegenwicht voor, en een alternatief waarin man-of-vrouw helemaal geen vraag meer is.
Of is dat hippe bierwereldje toch niet vrij van het
mannenvirus? Het nieuwe biertijdschrift Schuim
trok deze week de Vaderdag-kaart. Gelukkig gebeurde dat met een knipoog, en vooral zonder vrouwen
er scheef bij te bejegenen. Ik mag hopen dat het een bewuste keuze is geweest, en geen toeval.
Vaderdag als bierpromotie: laten we het daar dan ook maar bij houden! En komt u a.s. zaterdag 18 juni vooral naar boekhandel Stumpel in Almere, waar ik vertel en signeer. U kunt en mag er Bier in Nederland ook gerust voor Vaderdag kopen. Als u maar niet bewust vergeet te proeven van het bier dat de lokale bierwinkel Bier en Plezier heel toepasselijk serveert: Mannenliefde van Oedipus!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten