Bier in Nederland

Bier in Nederland

maandag 11 oktober 2021

Hop en vooruit! Het vervolg van de Haagse hop in Delfgauw

 


Het is er eindelijk van gekomen: ik ben hopplukker geweest. Je kunt natuurlijk wel gewoon bier blijven drinken en er op een toetsenbord dingen over zeggen, maar de handen moeten toch echt een keer uit de mouwen als je je met dat spul bezighoudt. Brouwen zie ik mezelf niet doen - te veel respect voor dat vak. Maar hopplukken: dat gluurde me al een hele tijd aan.
 
Voor ik over bierhistorie ging schrijven was ik er al mee in aanraking gekomen. Een van mijn eerdere boeken gaat over de schrijver George Orwell. Inderdaad, die van 1984 en Animal Farm. In de jaren die aan deze beroemde boeken voorafgingen schreef Orwell onder meer over de zelfkant van de Londense samenleving - zwervers, daklozen en andere paria’s. Velen van hen, en ook ‘gewone’ Londense cockneys, hadden maar één middel om aan een soort van zomervakantie te komen: in september naar Kent gaan en zich daar aansluiten bij het leger van hopplukkers. De hoogtijdagen van Kent als hopgebied liggen allang achter ons, maar voor de Tweede Wereldoorlog was dat graafschap bezaaid met hopplantages.
In 1931 is Orwell, eigenlijk vooral als veldwerk voor zijn eerste boek over die Londense have-nots Down and out in Paris and London, daar zelf heengegaan als hopplukker. Hij legde het vast in zijn dagboeken. Sinds mijn onderzoek hiernaar zit het hopplukken in mijn leven. Ik heb de exacte hopfarm opgespoord waar Orwell plukte, met de veelbelovende naam Brewer’s Hall Farm. Toen ik daar kwam bleek er inmiddels een morsige zaak in tweedehands meubelen in te huizen, maar de oude hopeest stond nog steeds op het dak.

Na dat boek volgde onder meer mijn onderzoek naar de Nederlandse biergeschiedenis, dus ik ben niet meer van de hop losgekomen. En afgelopen week kwamen al die draadjes samen. Er bleek namelijk hop te zijn geteeld in mijn eigen gemeente, Pijnacker-Nootdorp.
Brewer's Hall Farm
Sabrina Lindemann, een heldere geest die zich inzet voor het activeren en samenbrengen van bedrijven en inwoners in bepaalde gebieden, is een paar jaar geleden begonnen met hop-in-potten in de Binckhorst. Jazeker, het bedrijventerrein aan de rand van Den Haag dat vroeger berucht was om zijn autosloperijen. (Zo berucht dat Jacobse en Van Es daar gingen rondrijden op zoek naar een ‘bakkie’.) Ook die tijden liggen allang achter ons. In de Binckhorst vind je tegenwoordig creatieve broedplaatsen, toprestaurants en natuurlijk brouwerij Kompaan. En dus een hoptuin.

Althans, tot voor kort. Want vorig najaar, na de hopoogst, heeft Sabrina samen met haar partner Bart Lut haar hopplanten overgebracht naar het Bieslandse Bos. Dat is een groengebied op de grens van Delfgauw (gemeente Pijnacker-Nootdorp) en Delft. Een groenondernemer met wie ze via een volgend project in contact was gekomen had haar voorgesteld het eens op zijn landje daar te proberen.
Probleem was dat er in Biesland polderklei ligt. Kan dat, hop op klei? Het verlangen om haar hopplanten in de volle grond toe bezig te zien was echter groot bij Sabrina en Bart. Ze zijn met enkele getrouwen een flinke tijd bezig geweest om het reepje land vrij te maken van ongewenste gewassen en daarna zijn de hopplanten overgezet, uit de potten in de Delfgauwse poldergrond.
Afgelopen week kwam het resultaat naar buiten: het was buitengewoon. De Haagse hop bleek zich zeer thuis te voelen op de Bieslandse klei en was letterlijk skyhigh geschoten. En natuurlijk moest die geplukt worden. Mijn aanmelding daarvoor werd met genoegen aanvaard en zodoende heb ik afgelopen donderdag de eerste hop uit mijn eigen gemeente mogen helpen plukken.
 
Hopplukkers anno 2019
Bart haalt binnen

Er is natuurlijk weinig romantisch aan, maar dat wist ik al van George Orwell. En toch is de hoppluk een prachtig evenement. Het plukken zelf doe je uiteindelijk op de automatische piloot. De hopranken worden naar beneden gehaald en op een tafel uitgespreid, en dan is het plukken maar. Dreigt de tafel leeg te raken, dan is daar subiet een nieuwe verzameling ranken. Natuurlijk ruikt het heerlijk, maar dat heb je na een tijdje niet meer in de gaten. Verder sluit je je aan bij een kleine groep mensen die je nog niet kende, maar met wie je over van alles en nog wat babbelt. Want bij dat automatischepilootplukken wil je wel wat omhanden hebben.
 
Allerlei woordgrappen met hop vliegen over tafel bijvoorbeeld. Of de compositie van een nieuw hopplukkerslied (zoals Orwell er een vastlegde, zie hierbij). Helaas is die overigens blijven steken bij de eerste twee regels: “We staan hier met zijn allen hop te plukken / en denken dat het best wel goed zal lukken.”
Veel briljanter worden de gedachten niet, maar dat hoeft ook niet. Je bent lekker buiten bezig en we hadden ook nog eens fijn weer. Tussendoor was er koffie en koek, en na afloop was er natuurlijk bier - met Binckhorstse hop.


En het mooiste moet nog komen. Sabrina was via haar Delftse contacten bij John Brus terechtgekomen, van het pas geopende Delfts Brouwhuis. En die bliefde haar hop wel. Graag zelfs. Hij is er al mee aan de slag gegaan - in verse, ongedroogde vorm inderdaad. De Bieslandse hop is in een fresh-hopped IPA gegaan, en die zal vanaf 3 oktober te proeven zijn. Sabrina c.s. zal een deel laten bottelen als nieuwe lichting Bincks Bloed.
 
Veel lokaler gaat het voor mij niet worden. In de middeleeuwen ging er brouwgraan uit Pijnacker naar Delft, dat toen een van de belangrijkste Hollandse brouwsteden was. Ook die hoogdagen zijn reeds lang vervlogen, maar zie: de geschiedenis neemt een nieuwe wending en de cirkel is ineens rond - na graan komt er nu hop uit dezelfde streek. Ik kan niet wachten op die Bieslandse IPA!
 
 
Deze tekst werd oorspronkelijk gepubliceerd op 14 september 2019 op Facebook. Inmiddels wordt er elk jaar in september hop geplukt in Biesland en daarmee een fresh hopped IPA gebrouwen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten